Jaarstukken 2018

Programma 10. Algemene dekkingsmiddelen

Doel 10.1.1 We voeren een solide financieel beleid

Activiteiten

Gemeentefondsuitkeringen:
Via het gemeentefonds ontvangen wij drie soorten uitkeringen:  

  • Algemene uitkering: Dit betreft de uitkering aan alle gemeenten, die ten goede komt aan de algemene middelen van de gemeenten.
  • Integratie-uitkeringen: De integratie-uitkering wordt toegepast als overheveling van een specifieke uitkering of andere middelen naar de algemene uitkering bezwaarlijk is vanwege de omvang van de herverdeeleffecten. De integratie-uitkering voorziet dan in een geleidelijke overgang naar de algemene uitkering. De voorgenomen overheveling van de integratie-uitkering sociaal domein (jeugd, Wmo, beschermd wonen en Participatie) per 2018 naar de algemene uitkering is uitgesteld. Besluitvorming wordt overgelaten aan een nieuw kabinet.  
  • Decentralisatie-uitkeringen: Binnen het Gemeentefonds bestaat sinds 2008 naast de algemene uitkering en de integratie-uitkering ook de decentralisatie-uitkering. De verdeling van de decentralisatie-uitkering volgt, net als de integratie-uitkering, evenmin de regels van de verdeling van de algemene uitkering van het Gemeentefonds. Anders dan bij de integratie-uitkering, waar de termijn van overheveling naar de algemene uitkering van tevoren vaststaat, ontbreekt bij de decentralisatie-uitkering een dergelijke termijn. Dat maakt de uitkering geschikt voor de overheveling van specifieke uitkeringen, ook als die termijn nog niet bekend is. Ook maakt het de uitkering geschikt voor middelen die slechts tijdelijk beschikbaar zijn of middelen die slechts aan één of niet alle gemeenten beschikbaar wordt gesteld.

Bovenstaande uitkeringen hebben alle het karakter van vrij besteedbare middelen. Echter de decentralisatie-uitkeringen bestaan uit een zeer divers scala aan uitkeringen (voorheen specifieke- of doeluitkeringen) en kunnen in bepaalde gevallen gebaseerd zijn op prestatieafspraken en zijn daarmee minder of niet vrijblijvend. Ook ontvangt Zwolle enkele decentralisatie-uitkeringen uit hoofde van centrumgemeenten. De ramingen zijn gebaseerd op de meicirculaire 2017 van het gemeentefonds. In een afzonderlijke informatienota bent u over de uitkomsten hiervan in juni 2017 geïnformeerd. Op basis van de meicirculaire  verwachten wij in 2018 € 272 miljoen te ontvangen.
De uitkomsten van de septembercirculaire konden niet meer in de budgetten van het programma worden verwerkt. Wel is het totaaleffect in 2018 ( n.t.b.) in de begrotingsuitkomst meegenomen. Verwerking in de programmabudgetten vindt bij eerste wijziging op de begroting 2018 plaats. Onder de bijlagen zijn de uitkomsten van de septembercircualire gemeentefonds verder uitgewerkt.

Gemeentelijke belastingen:
Onder de algemene dekkingsmiddelen vallen de heffing en  invordering van een aantal gemeentelijke belastingen (OZB, baatbelasting, toeristenbelasting, en precariobelasting). De heffingen die gebonden zijn aan de uitvoering (w.o. afvalstoffenheffing, rioolheffing, parkeerbelasting, erfpacht) worden op de betreffende programma’s verantwoord.

Tarievenbeleid:
Het tarievenbeleid is opgenomen in de verplichte paragraaf lokale heffingen en de tarievennota 2018. In 2018 stijgt het OZB tarief  voor woningen en niet-woningen met een inflatiepercentage van 2,3%.  De precariobelasting is eveneens met 2,3% (nog checken) verhoogd. De baatbelasting en het tarief voor de toeristenbelasting zijn ongewijzigd gebleven.

Uitvoering Wet WOZ en heffingen en innen van lokale belastingen:
De uitvoering van de Wet WOZ en de heffing en inning van de OZB en overige heffingen is sinds 2014 belegd bij de gemeenschappelijke regeling GBLT. In de kadernotitie 2018 en begroting 2018 van GBLT zijn de verwachte ontwikkelingen aangaande GBLT beschreven. Er is blijvend aandacht voor verbetering van de  interne beheersing, kwaliteit van dienstverlening en de belangen van de opdrachtgevers. De klantprocessen zullen met behulp van “klantreizen” verder doorontwikkeld worden. Het streven is om de kwalificering “goed” door de Waarderingskamer te behalen. De extra budgetten voor dienstverlening en verbetering van het WOZ proces  worden structureel ingezet voor de opbouw van de kwaliteit van dienstverlening. De komende jaren zal er gewerkt worden aan de systeem wijziging van het waarderen van WOZ-objecten op basis van m³ naar m² ( van inhoud naar oppervlakte). Hierdoor sluit de WOZ beter aan op de BAG waar ook met m² wordt gewerkt. De gegevens in de Landelijke Voorziening (LV) WOZ dient verder verbeterd te worden waarin de samenwerking met de BAG maar ook met de deelnemers op het gebied van vergunningsvrij bouwen belangrijk is. Eind 2016 is er een pilot "voormeldingen" gehouden. In deze pilot worden burgers vroegtijdig betrokken bij het proces van waardering met o.a als doel het voorkomen van bezwaarschriften. Deze pilot is begin 2017 afgerond en de uitkomsten hiervan worden in de zomer geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie wordt een voorstel gedaan over het vervolg.  

Woonlastenontwikkeling:
De ontwikkeling van de woonlasten 2018 is lager dan het afgesproken inflatieplafond van 2,3%. In de verplichte paragraaf lokale heffingen is verdere toelichting opgenomen.

Dividenden:
De gemeente ontvangt dividenden (winstuitkeringen) vanwege haar deelname in de volgende organisaties:Bank van Nederlandse gemeenten, Enexis, Vitens, Rova, Wadinko. De verwachte opbrengst is € 1,15 miljoen. De bovenstaande deelnemingen vallen onder het begrip verbonden partijen en zijn nader toegelicht in de verplichte paragraaf verbonden partijen

Renteresultaat/financieringsfunctie:
In de verplichte paragraaf financiering wordt de financieringsfunctie, het aantrekken van geldleningen, de rentekosten etcetera, uitgebreid toegelicht. Het renteresultaat van de financiering wordt op het programma algemene dekkingsmiddelen geraamd en verantwoord en bedraagt voor 2018 € 1,4 miljoen.
Met ingang van 2017 is de vernieuwde wetgeving omtrent de interne rente toerekeningssystematiek van kracht. Het gevolg van de wijziging is dat de thans gehanteerde berekening van de omslagrente (de rente die intern wordt doorbelast aan de verschillende begrotingsonderdelen) anders moet worden bepaald. De rente toerekening aan de grondexploitaties  wordt gelijkgesteld aan de fiscaal toegestane rentetoerekening aan de grondexploitaties in het kader van de vennootschapsbelasting en de berekening van de omslagrente is de resultante van de totaal te betalen rente minus toerekening aan grondexploitaties en minus rente die direct gekoppeld is aan een project.
Als onderdeel van de financieringsfunctie worden ook de rentelasten en baten betreffende verstrekte geldleningen op dit programma geraamd. Dit betreft onder andere de in het verleden verstrekte geldleningen aan de woningbouwcorporaties. De leningen worden in de komende jaren verder afgebouwd.

Vennootschapsbelasting:
De wet modernisering vennootschapsbelasting overheidsbedrijven (Vpb) leidt ertoe dat overheidsinstellingen vanaf 2016 voor ondernemingsactiviteiten belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting. Voor Zwolle vallen de grondexploitatie en het slagboom parkeren onder deze belastingplicht. Als gevolg van de positieve ontwikkelingen op de grondexploitaties verwachten vennootschapsbelasting te moeten betalen, voorlopig ingeschat op € 0,7 miljoen.  

Post onvoorzien:
In het Besluit Begroting en Verantwoording is vastgelegd dat iedere gemeente een post onvoorzien in haar begroting moet opnemen. De post onvoorzien (incidenteel) ramen wij op € 0,5 miljoen. en maakt onderdeel van het weerstandsvermogen. Zie de verplichte paragraaf weerstandsvermogen en risico's.

Concern brede stelposten:
Daarnaast worden de concern brede stelposten hier begroot. Het gaat om posten waarvan de toedeling naar de programma’s nog plaats moet vinden. Deze stelposten zijn gespecificeerd in het bijlagenboek. De twee belangrijkse posten de opgenomen behoedzaamheidsmarge van € 1 miljoen voor het geval de transforamtieopbrengsten in het sociaal domein lager uitvallen en een post voor salarisaanpassingen vanwege nieuwe cao-afspraken ad € 0,8 mln.

Reserve verrekeningen:
Algemene verrekeningen met de concernreserves worden via het programma algemene dekkingsmiddelen geraamd. Specifieke stortingen / onttrekkingen aan reserves voor programma-uitgaven worden direct op het betreffende programma geraamd.

Toelichting op realisatie activiteiten

Gemeentefondsuitkeringen
Via de informatienota's over mei-, september- en decembercirculaire hebben wij u over de ontwikkelingen aangaande het gemeentefonds geïnformeerd. De uitkering via het gemeentefonds is in 2018 met € 14 miljoen toegenomen tot € 282 miljoen. De toename zit voor € 8 miljoen in een hogere algemene uitkering die vooral het gevolg is van een hogere accres vanwege de koppeling aan de rijksuitgaven. De integratie-uitkeringen (sociaal domein) zijn met € 2 miljoen toegenomen, met name vanwege de compensatie van loon- en prijsinflatie. De decentralisatie-uitkeringen zijn met € 4 miljoen toegenomen door met name de ontvangen compensatie van € 2,6 miljoen als tekortgemeente in het sociaal domein en € 1,1 miljoen  in het kader van het transformatiefonds jeugd. Deze laatste uitkering ontvangt Zwolle als grootste gemeenten van de jeugdregio en moet worden afgedragen aan de jeugdregio.

Risico’s algemene uitkering gemeentefonds
Het definiteve accresbedrag voor 2018 wordt bepaald op basis van de Voorlopige Rekening 2018 van het rijk. Via de meicirculaire worden de gemeenten over het definitieve accres geïnformeerd. Eventuele onder- of overschrijding van de rijksbudgetten wordt in het jaar 2019 verrekend. Omdat bij het opstellen van de Jaarstukken nog niet alle verdeelmaatstaven van de algemene uitkering defintief zijn bepaald kunnen er in 2019 nog aanpassingen volgen.

Integratie- en decentralisatie-uitkeringen
In 2018 hebben we twee integratie-uitkeringen, waaronder de uitkering sociaal domein, en 28 decentralisatie-uitkeringen ontvangen. Bij de decentralisatie-uitkeringen zijn er ten opzichte van 2017 tien vervallen en dertien nieuwe bijgekomen. Hoewel de decentralisatie-uitkeringen over het algemeen vrij inzetbaar zijn, worden de gelden voor de betreffende uitkeringen aangewend voor het doel waarvoor ze zijn ontvangen.

Tarievenbeleid
Ten opzichte van de Begroting 2018 zijn geen aanpassingen op de tarieven doorgevoerd.

WOZ
De belastingoplegging is nagenoeg volgens productieplanning uitgevoerd. Dit is het effect van de verbeterde datakwaliteit en de inhaalslag op oude jaren. GBLT heeft in 2018 meer belasting opgelegd dan in voorgaande jaren. De invordering verliep voorspoedig. Het debiteurensaldo is gedaald. In 2018 zijn diverse vooronderzoeken gestart naar de mogelijkheden van sociaal invorderen binnen GBLT.
Het aantal klantencontacten is afgenomen. Dit is een signaal dat producties van GBLT bij de klanten minder vragen of bezwaren oproepen. In 2018 is het aantal digitale contacten en het gebruik van de Berichtenbox net als vorig jaar toegenomen. Dat leidt niet tot dalende kosten voor het klantenverkeer. De medewerkers besteden meer tijd per contact om de klant in één keer goed te helpen. In 2018 is er een klantreisonderzoek uitgevoerd. Bij dit onderzoek zijn de wensen en behoeften van klanten over dienstverlening in kaart gebracht. In 2019 wordt gestart met de uitvoering van de verbeteracties.
GBLT werkt aan de processen van gegevensbeheer. Dit resulteert in een afname van uitval van productie.
In oktober is besloten om de aanbesteding van de belastingapplicatie opnieuw te doen. Het gevolg hiervan is een jaar vertraging. Voor de productie heeft dat geen nadelige gevolgen. Met de nieuwe belastingapplicatie streeft GBLT naar het loskoppelen van de gegevens van het belastingsysteem. Dit maakt ons flexibeler en daardoor beter in staat de processen verder te optimaliseren.  
Ten opzichte van de bestuursrapportages eerder in 2018 bevat de jaarrekening geen verrassingen en dat is een bevestiging dat GBLT de belastinguitvoering steeds beter beheerst.

Het aantal klachten is met 12% toegenomen t.o.v. 2017.  Hier staat tegenover dat het aantal klachten dat formeel is afgehandeld is afgenomen met 65%.
GBLT heeft in 2018 22% minder bezwaren ontvangen dan in 2017.

Vennootschapsbelasting
De Belastingdienst moet de openingsbalans per 1-1-2016 en de jaarresultaten voor wat betreft de ondernemersactiviteiten nog definitief vaststellen. De komende maanden moet de gemeente de definitieve aangifte doen over de jaren 2016 en 2017. Omtrent de openingsbalans is er verschil van waardering c.q. wijze van vaststelling tussen de Belastingdienst en de gemeente. Het verschil tussen beide partijen is als risicopost in de risicoparagraaf opgenomen.

ga terug