In onderstaand overzicht wordt op doelniveau de volgende informatie gepresenteerd:
- De totaalbedragen die door de raad beschikbaar zijn gesteld voor 2018, opgedeeld naar:
- Vastgestelde begroting
- Begrote kredieten die in 2018 via exploitatie worden verantwoord
- Vastgestelde begrotingswijzigingen
- De jaarrekeningcijfers
- Het voordelige (+) of nadelige (-) resultaat ten opzichte van de begrote bedragen
Baten en lasten | Lasten | Baten | Toevoeging aan reserves | Onttrekking aan reserves | Saldo |
Vastgestelde begroting | 27.280.084 | 5.897.876 | 0 | 0 | |
+ mutaties projecten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+ begrotingswijzigingen | 6.132.600 | -3.983.216 | 0 | 612.000 | |
Begroting t/m december | 33.412.684 | 1.914.660 | 0 | 612.000 | |
- Jaarrekening | 31.656.416 | 2.065.447 | 85.000 | 586.250 | |
Gerealiseerd resultaat Doel 2.1.3 | 1.756.268 | 150.787 | -85.000 | -25.750 | |
Saldo | 1.796.305 |
Toelichting verschilanalyse
In de Berap 2018-2 is een verwacht tekort gerapporteerd van € 1,3 miljoen op dit doel. Hiervan had € 1,7 miljoen nadeel betrekking op de verstrekkingen en € 0,4 miljoen verwacht voordeel op thuisondersteuning. Bij de Berap was het nog niet mogelijk een goede inschatting te maken van de mogelijke effecten van het nieuwe inkoopmodel thuisondersteuning en de overgang van huishoudelijke hulp en individuele begeleiding naar thuis ondersteuning omdat het contract per 1 juni 2018 is ingegaan. Bij de jaarrekening zijn de werkelijke uitgaven voor thuisondersteuning lager dan verwacht bij de Berap 2018-2 en de jaarrekening laat dan ook een verbeterd en verder dalend tekort over 2018 zien. Het financieel resultaat is circa € 1,1 miljoen voordelig ten opzichte van de Berap 2018-2 op thuisondersteuning. Het gewenste effect van de nieuwe contractvorming door specifiek te werken met resultaatgebieden wordt duidelijk zichtbaar en blijkt een positief effect te hebben. Het tekort over 2018 op de WMO verstrekkingen is ook lager dan in de Berap 2018-2 was voorzien, namelijk € 0,4 miljoen. Dit komt met name door dalende kosten lokaal taxivervoer. Een mogelijke oorzaak hiervan is een andere manier van bepalen van de eigen bijdrage voor lokaal taxi vervoer. Daarnaast zit in het 4e kwartaal een minder forse stijging in de aantallen rolstoelen en vervoersvoorzieningen dan bij de Berap 2018-2 verwacht. De aantallen voor de woonvoorzieningen zijn op het verwachtte hogere niveau gebleven, maar blijven binnen het verhoogde budget van de tweede Berap. De WMO verstrekkingen betreffen open einde regelingen en de toename zoals bij de Berap 2018-2 was verwacht blijkt zich dus in het 4e kwartaal niet door te zetten. Naast bovengenoemde voordelen zijn er nog enkele kleine afwijkingen te melden van circa € 0,2 miljoen. Zo is er een bijdrage van de VNG ontvangen vanwege regresgelden en is er een fraudevordering PGB ontvangen. |
In onderstaand overzicht wordt voor dit doel inzicht gegeven in de financiële stand van zaken van (meerjarige) kredieten die de Raad tot en met 2018 beschikbaar heeft gesteld.
De reeds verwerkte afzonderlijke kredietmutaties per doel worden gepresenteerd in het overzicht restantkredieten .
Project | Omvang krediet tot en met 2018 | Gerealiseerd tot en met 2017 | Bestedingen 2018 | Restantkrediet |
Niet van toepassing | ||||
Totaal | - | - | - | - |
Toelichting kredieten
Dit doel bevat in de Begroting 2018 geen projecten waarover gerapporteerd wordt. |