Beleidskader
Op grond van landelijke wetgeving en de lokale Verordening Onderwijshuisvesting heeft de gemeente een zorgplicht voor effectieve en efficiënte huisvesting van scholen voor basis-, speciaal- en voortgezet onderwijs.
Stand van zaken
Vanaf 1 januari 2015 zijn de besturen van scholen voor basis-en speciaal onderwijs, net als de besturen voor het voortgezet onderwijs, zowel inhoudelijk als financieel volledig verantwoordelijk voor het totale gebouwonderhoud. Zij ontvangen daarvoor rechtstreeks middelen van de rijksoverheid. Dit geldt echter v.w.b. het basis-en speciaal onderwijs niet voor de gymnastieklokalen. Voor de bekostiging van het “buitenkant onderhoud” van deze lokalen kunnen besturen nog steeds aanvragen bij de gemeente indienen.
Financiële vertaling in de jaarrekening
De bedragen die gemoeid zijn met het “buitenkant onderhoud” van de gymnastieklokalen bij het basis- en speciaal onderwijs zijn gebaseerd op een Meerjaren Onderhoud Plan (MOP). Dit MOP wordt voor alle gymnastieklokalen centraal door de afdeling Beheer Erfgoed en gebouwen beheerd en bewaakt. Door een dergelijke centrale afstemming wordt bereikt dat op gelijkwaardige wijze de behoefte aan onderhoud wordt gedefinieerd en per gymlokaal wordt bewaakt. Daarmee ontstaat inzicht in de financiële consequenties voor zowel het “binnenkant onderhoud” (schoolbesturen) en het “buitenkant onderhoud” (gemeente).
De kosten die voor rekening van de gemeente komen bedragen over de (10-jarige) MOP-periode gemiddeld per jaar ruim € 100.000. Per jaar verschillen de benodigde bedragen, afhankelijk van de aard en omvang van de in het betreffende jaar te treffen voorzieningen. Voor deze kosten zijn structurele middelen beschikbaar.
In 2018 is voor onderhoud een bedrag van € 95.355 besteed.
Actuele risico inschatting
Geen risico’s.