Hieronder worden de risico’s voor de gemeente Zwolle gecategoriseerd gepresenteerd. Niet alle risico’s zijn relevant voor het weerstandsvermogen. Denk daarbij aan substantiële risico’s met een kans op financieel verlies dat niet of niet goed meetbaar is en waarvoor geen verzekering kan worden afgesloten of anderszins kan worden voorzien.
Voor de inventarisatie van de risico’s hanteren wij een onderverdeling. In bijgaande tekst wordt elke post toegelicht. Samenvattend ontstaat het volgend beeld, inclusief de risicoposten uit de vertrouwelijke risicoparagraaf.
Onderverdeling | Kans hoog | Kans midden | Kans Laag | |
1. Algemene en specifieke uitgaafrisico's | 30.000 | 9.880.000 | 7.888.000 | |
2. Algemene en specifieke opbrengstrisico's | 0 | 8.188.000 | 350.000 | |
3. Open eind risico's | 8.284.000 | 4.278.000 | 2.634.000 | |
4. Risico's bezwaarschriften en Schadeclaims | pm | |||
5. Garantstellingen, verstrekte leningen, deelnemingen | 0 | 0 | 12.159.000 | |
6. Verzekeringsrisico's | pm | |||
7. Risico's vergunningen | pm | |||
8. Risico's grondexploitaties | 2.590.000 | 9.598.000 | 3.168.000 | |
9. Risico's kredietprojecten | 91.000 | 1.480.000 | 1.728.000 | |
10. Overige risico's | 1.500.000 | 0 | 0 | |
12.495.000 | 33.424.000 | 27.927.000 | ||
Kans op optreden | 0,75 | 0,50 | 0,25 | |
Totalen | 9.371.000 | 16.712.000 | 6.982.000 | 33.065.000 |
Verhouding hoog / midden / laag | 28% | 51% | 21% |
1. Algemene en specifieke uitgaafrisico's
Renteramingen
De invloed van rentemutaties op onze begroting is met name gerelateerd aan de omvang van de kort geld financiering en de omvang van te herfinancieren langlopende leningen en van leningen waarvoor renteherziening gaat plaatsvinden. Voor de te financieren bedragen (financiering, herfinanciering en renteherziening) tot eind 2019 wordt uitgegaan van renteniveaus van 1,2%. Voor de kort lopende leningen wordt uitgegaan van de rond 0%. In de risicomatrix is het effect van 0,25% extra rentestijging verwerkt (post van circa € 0,3 miljoen, laag risico). De kans op tegenvallers t.a.v. renteramingen neemt toe, vooral indien de volgende situaties zich gelijktijdig gaan voordoen: stijgende renteniveaus, afnemende omvang van financiering met eigen vermogen en toename en / of snellere besteding van verleende investeringskredieten
Loon- en prijsontwikkeling aan de uitgavenkant van de begroting
In de risicomatrix is het effect van 1% additionele stijging van lonen en prijzen voor de algemene middelen verwerkt (post van € 4,2 miljoen, midden risico). Ten opzichte van voorgaande jaren is het risicobedrag nagenoeg verdubbeld vanwege het vervallen van de afzonderlijke rijkscompensatie voor gedecentraliseerde rijkstaken op het sociaal domein. De bekostiging loopt vanaf 2020 indirect via het accres.
Btw over inkomsten straatparkeren
Momenteel speelt een juridisch dispuut over de vraag of gemeenten btw moeten afdragen over de inkomsten uit straatparkeren. Dit wordt tot nu toe niet gedaan. Inmiddels is een uitspraak hierover ter beoordeling voorgelegd aan de Hoge Raad. Indien de uitspraak van de Hoge Raad leidt tot btw-heffing heeft dit financiële gevolgen voor de parkeerinkomsten. De inkomsten uit straatparkeren bedragen jaarlijks ongeveer € 3 miljoen; 21% btw hierover is € 0,63 miljoen. Dit kan nog verminderd worden door inkoop-btw als voorbelasting in aftrekt te brengen. Naast het risico dat met terugwerkende kracht btw verrekend kan worden, kan dit ook gevolgen hebben voor de heffing van vennootschapsbelasting. Het is nog niet duidelijk wanneer het in de Hoge Raad wordt behandeld. We schatten de kans in op laag.
Kosten onderhoud- en vervangingsopgave binnen openbare ruimte
Bij de onderhouds -en vervangingsopgave binnen het beheer van de openbare ruimte geldt heel en veilig als ondergrens. Uitgangspunt daarbij is een risicogestuurde en kostenefficiënte werkwijze. Als gevolg van marktomstandigheden (o.a. prijsstijgingen) kan het toch zijn dat geprogrammeerde werkzaamheden duurder uitvallen en niet binnen beschikbare middelen kunnen worden uitgevoerd. Indien als eerste beheersmaatregel niet getemporiseerd (of afgeschaald) kan worden -de minimale onderhoudsbehoefte ten behoeve van een veilige en leefbare openbare ruimte moet immers worden gerealiseerd en gestelde kwaliteitseisen moeten worden behaald- resulteert dit in tegenvallers. Deze tegenvallers als gevolg van veranderende -soms grillige- marktomstandigheden zullen daarom ten laste van de algemene middelen worden gebracht (na Berap-melding). Pm.post.
ELENA subsidie
Voor het onderzoek naar de mogelijkheden van Geothermie is (via hoofdaanvrager provincie Overijssel) Europese subsidie (ELENA) verkregen. Indien niet aan de bij de subsidieverstrekking behorende prestatieafspraken kan worden voldaan, kan de toegekende subsidie worden teruggevorderd. Voor de gemeente betreft het risico € 85.000. We schatten de kans laag in.
Vennootschapsbelasting (Vpb)
Overheden die winst behalen met activiteiten die concurreren met de ‘markt’, vallen vanaf 2016 onder de vennootschapsbelasting. De Belastingdienst bepaalt bij de beoordeling van de aangifte wat ondernemingsactiviteiten zijn en welke activiteiten voor een winstvrijstelling in aanmerking komen. Hoewel we de aandachtsgebieden in beeld hebben die met zeer grote zekerheid belastingplichtig gaan worden (slagboom-parkeren en grondexploitaties) is de exacte financiële impact (feitelijke belastingdruk) nog niet beschikbaar. De Belastingdienst heeft begin 2019 haar opvattingen kenbaar gemaakt gerekend vanaf 1 januari 2016, ter hoogte van 5 miljoen. Gemeente Zwolle kan zich vooralsnog hier niet in vinden. Wel moet er rekening mee gehouden worden dat dit bedrag betaald moet worden. We schatten de kans op midden.
Stedelijk Museum Zwolle
Voor de brand in het oude SMZ is een bedrag van de verzekering ontvangen. Maar het pand kent ook achterstallig onderhoud. Hiervoor wordt subsidie aangevraagd in het kader van monumentenzorg. Het is echter niet zeker dat deze verleend wordt. Het risico wordt ingeschat op midden, met een bedrag van € 600.000.
Brexit
De Brexit kan gevolgen hebben voor de Zwolse bedrijven, hun financiële situatie en investeringsruimte en wellicht ook de regionale arbeidsmarkt. Deze gevolgen kunnen effecten hebben voor de inkomsten en uitgaven van de gemeente Zwolle. Pm-post.
Beschermd wonen
Gezien de voordelen die ontstaan zijn in 2017 bij beschermd wonen, waarvan een substantieel deel voor de periode 2018 - 2020 structureel lijken te zijn, is het risico-profiel met betrekking tot de uitgaven naar beneden bijgesteld. Bij beschermd wonen wordt weliswaar gewerkt met subsidiebeschikkingen met vaste bedragen, maar gezien de aard van het werkveld berekenen we toch een risico als ware het een open-eindregeling. De kans hierop wordt als laag ingeschat.
Nooterhof
In oktober 2018 is Landstede gestopt met het beheer van de Nooterhof. Voor 2019 is tijdelijke invulling gevonden. Mocht het niet lukken een nieuwe meer structurele partner te vinden die het beheer en de exploitatie op zich neemt, dan vervalt het beheer naar de gemeente Zwolle. Op basis van de ervaring van Landstede bedragen de jaarlijkse beheerkosten in een minimaal scenario € 80.000. Uitgaande van een kans van 50% dat het lukt een nieuwe exploitant te vinden, is er een risico van € 40.000 structureel.
2. Algemeen en specifieke opbrengstrisico's
Ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds.
De groei van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling (accres) van de netto rijksuitgaven. Met ingang van 2019 is een groot deel van de sociaal domein taken toegevoegd aan de algemene uitkering, waardoor het risico toeneemt vanwege de koppeling aan de rijksuitgaven. Tot en met 2018 werden de sociaal domein onderdelen afzonderlijk gecompenseerd door het Rijk. Bijstelling van de accressen voor de komende jaren is een reëel risico. Daarnaast is er het risico dat er sprake is van onderuitputting op de rijksuitgaven van 2018. In de meicirculaire 2019 wordt de definitieve uitkomst over 2018 verwacht. Er is een midden risicobedrag opgenomen van circa € 3,25 miljoen (1% structureel risico).
Verdeelsystematiek
Een ander reëel risico betreft de verdeelsystematiek van de algemene uitkering en enkele integratie-uitkeringen. De werkelijk ontvangst via deze uitkeringen is mede afhankelijk van de ontwikkeling van de verdeelmaatstaven bij de andere gemeenten. Daarnaast lopen er enkele onderzoeken of de verdeling van de gemeentefondsgelden nog wel actueel is. Aanpassing van het verdeelstelsel gaat meestal gepaard met herverdeeleffecten tussen de gemeenten. In de risicomatrix is voor het verdeelrisico's een midden risicobedrag opgenomen van circa € 3,25 miljoen (1% structureel risico).
Btw-compensatiefonds
In de meicirculaire 2018 heeft het Rijk aangegeven dat de systematiek omtrent de verrekening van de ruimte onder het plafond van het Btw-compensatiefonds (BCF) ingaande 2018 wijzigt. Dat houdt in dat de verwachte voordelen ad € 5,5 miljoen niet meer vooraf via het gemeentefonds worden geraamd, maar achteraf op basis van werkelijke ontwikkelingen worden verrekend. De hoogte van de jaarlijkse compensatie is afhankelijk van de totaaldeclaratie van de gemeenten en provincies op het Btw-
compensatiefonds en valt daarmee moeilijk te voorspellen. Op basis van de laatste informatie uit de septembercirculaire zien we dat de aantrekkende economie leidt dat hogere declaraties op het fonds en daardoor de compensatie via het gemeentefonds afneemt. In de begroting 2019 en verder houden we een structurele behoedzaamheidsmarge aan van € 2 miljoen op het bedrag van € 5,5 miljoen vanuit de verwachting dat het beroep op het BCF zal toenemen. Of deze marge naar de toekomst voldoende zal zijn zullen wij jaarlijks blijven volgen en zo nodig bijstellen
Btw-sportvrijstelling
Bijzonder aandachtspunt is de mogelijkheid tot compensatie van de btw kosten vanaf 2019 in verband met de wijziging in de btw-sportvrijstelling. Door wetswijziging komt het recht op vooraftrek van btw die aan gemeenten in rekening is gebracht over de kosten die toerekenbaar zijn aan de ter beschikking stellen van sportaccommodaties te vervallen. Het Rijk gaat de gemeenten voor dit nadeel compenseren via de nieuwe specifieke uitkering Sport. Op dit moment is er onvoldoende zicht op of deze maatregel tot een nadeel leidt.
De verrekening van de onderuitputting op het btw-compensatiefonds wordt via het gemeentefonds aan de gemeenten gecompenseerd. Op basis van de ramingen genoemd in de septembercirculaire 2018 zou er de komende jaren (oplopend t/m 2022) voor Zwolle € 4,7 miljoen worden gecompenseerd Echter het rijk baseert zich daarbij op de laatste jaarrekeningcijfers en houdt geen rekening met een toenemende btw-lasten door de aantrekkende economie. In de begroting hebben wij een correctie opgenomen oplopend naar € 2 miljoen. Zoals verwoord in de informatienota aan de raad over de septembercirculaire 2018. Door het opnemen van de structurele correctiepost is dit risico in de matrix op pro memorie gesteld.
Bedrijveninvesteringszone Binnenstad
Ten behoeve van de bedrijveninvesteringszones in de binnenstad int de gemeente bij de betrokken ondernemers de heffing die vervolgens weer terugvloeit naar de uitvoerende stichting of vereniging. De gemeenteraad heeft besloten een minimale bijdrage toe te kennen. Dit betekent dat de gemeente verlies moet nemen wanneer de werkelijke inkomsten lager zijn dan de minimale toegezegde bijdrage. Niet iedere belastingplichtige heeft op dit moment betaald. Het gaat hierbij nog om de inning uit 2017 die in november 2017 heeft plaatsgevonden. Op dit moment staat nog circa € 40.000 open. De fase van dwanginvordering voor het jaar 2017 gaat in oktober 2018 plaatsvinden. Ook de inning voor het jaar 2018 zal medio oktober 2018 plaatsvinden. Naar verwachting zal ook hier niet het volledige bedrag geïnd worden. Een risicobedrag van € 75.000 met kans midden is opgenomen.
Btw-risico’s BCG
Conform de afspraken vastgelegd na afronding van de BCF is een risicopost hoog opgenomen ter grootte van € 0,1 miljoen per jaar in verband met mogelijke controles Belastingdienst.
Volumerisico's opbrengstramingen
Deze doen zich voor bij de OZB en bij diverse eigen heffingen zoals bouwleges, leges burgerzaken, markt-/havengelden. Ook het volume van geraamde dividenden is te zien als een risicopost. Het risicodeel op deze posten is in de risicomatrix gesteld op 10% van de geraamde bedragen en heeft een structureel karakter. In de risicocalculatie is in totaal circa € 1,3 miljoen als risicobedrag opgenomen (als middenrisico).
Dividenduitkeringen
De gemeente ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen van een aantal verbonden partijen. In de risicocalculatie wordt rekening gehouden met een daling van 10%. Dat betekent een bedrag van € 217.000 met een kans midden.
Minderopbrengst OZB verzorgingstehuizen
Door recente jurisprudentie is onduidelijkheid ontstaan hoe om te gaan met de woondelenvrijstelling bij verzorgingstehuizen. In een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag is uitgemaakt dat er veel eerder sprake is van het moeten heffen tegen woningtarief in plaats van het niet-woningtarief. Dit betekent dat geen gebruikersaanslag meer wordt opgelegd en bovendien dat de eigenarenaanslag tegen een lager tarief wordt opgelegd. Daarnaast is er een recente uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam geweest die de oude lijn in de jurisprudentie handhaaft. Hierbij heeft de gemeente Zwolle zich aangesloten. In 2017 en 2018 hebben hiervoor in Zwolle geen procedures gelopen. We blijven dus vooralsnog de vrijstelling toepassen zoals we al deden. In de risicocalculatie is € 0,35 miljoen als laag risicobedrag opgenomen.
De omgevingswet, private toets omgevingsvergunning, pilot digitaal aanvragen rijbewijzen en digitaal aanvragen reisdocumenten zijn ontwikkelingen die gevolgen (kunnen) hebben voor de dienstverlening van Zwolle aan haar burgers en bedrijven. Dit kan zeker ook gevolgen hebben voor de inkomsten en kosten van de gemeente. Of zich dit gaat voor doen en wat de omvang hiervan is kunnen we nu nog niet aangeven. Daarom is dit meegenomen als pm post.
3. Open eind risico's
Participatiewet inkomensdeel
Gemeenten voeren de bijstand in medebewind uit. Gemeenten ontvangen hiervoor een budget van het Rijk via een specifieke rijksuitkering (BUIG). Het risico op de bijstandsuitgaven heeft zich in 2018 in gunstige zin ontwikkeld. Enerzijds zijn de bijstandsuitgaven ten opzichte van 2017 gedaald doordat het aantal bijstandsgerechtigden voor het eerst sinds jaren afnam. Anderzijds is er sprake van hogere inkomsten uit verhaal en van een hoger toegekende rijksuitkering BUIG. Werd bij de begroting 2018 nog rekening gehouden met het maximale tekort van € 4,0 miljoen. Het werkelijke tekort van de bijstandsuitgaven ten opzichte van het rijksbudget bedraagt bij de jaarrekening € 2,8 miljoen (5,9% van het rijksbudget). Van dit tekort kan nog voor € 0,2 miljoen een beroep worden gedaan op de vangnetregeling. In de begroting 2019 is een tekort op de bijstandsuitgaven opgenomen van € 3,0 miljoen (6,2% van het rijksbudget). Voor dit tekort kan geen beroep meer worden gedaan op een extra rijksbijdrage uit de vangnetregeling omdat in 2019 de ondergrens hiervoor is verhoogd van 5% naar 7,5%. Het tekort van € 3,0 miljoen is om die reden volledig opgenomen in de begroting 2019. In april 2019 vind de bijstelling plaats van de BUIG over 2019. Gelet op de landelijke ontwikkeling van de bijstandsaantallen mag verwacht worden dat dit naar beneden wordt bijgesteld. Het maximale risico op de BUIG bedraagt € 4,8 miljoen bij een tekort van 12,5% van het rijksbudget of meer. Voor de risicomatrix wordt uitgegaan van een bandbreedte van 1% stijging van het aantal bijstandsgerechtigden. Financieel betekent dit een verschil ten opzichte van het verwachte tekort van € 0,6 miljoen. Dit bedrag is in de risicomatrix opgenomen met als risicoweging midden.
Minimabeleid
Het minimabeleid bestaat uit diverse open einderegelingen waaronder vergoedingen voor beschermingsbewind, kinderparticipatie regelingen, regelingen voor chronisch zieken en diverse inkomenstoeslagen. Het grootste financiële risico wordt gelopen op de vergoedingen voor beschermingsbewind. In 2018 zijn de kosten nog weer verder gestegen. Het uitgavenniveau ligt inmiddels op € 2,0 miljoen. In de begroting 2019 is ter dekking van deze kosten €1,8 miljoen structureel geraamd. De resterende € 0,2 miljoen is in 2019 incidenteel gedekt. Daarmee is het totaal van de budgetten voor minimabeleid op niveau en de weging van het risico in de risicomatrix laag.
Leerlingenvervoer
In de risicomatrix is voor leerlingenvervoer een risicopost opgenomen met als weging laag.
Wmo
De volgende onderdelen beschouwen we als open eindregeling: Wmo, thuisondersteuning, dagbesteding. We berekenen deze conform de spelregels van open eindregeling. Risico’s als afwenteling vanuit de Wet Langdurige Zorg (WLZ), toename zorgbehoefte, druk vanuit wachtlijsten, wijzigingen uit gerechtelijke uitspraken, etc. komen vooral hierin tot uitdrukking. In 2018 hebben we een toename in het aantal Wmo verstrekkingen hulpmiddelen gezien, dit leidt er toe dat we het risico voor 2019 op hoog zetten met een bedrag van €1.049.000. Voor thuisondersteuning hebben we het risico profiel verlaagd; dit omdat er met het nieuwe inkoopcontract naar verwachting een betere beheersing ontstaat. De eerste ervaringen / cijfers geven dit aan. Het risicobedrag betreft € 3.648.000.
De inkomsten uit eigen bijdrage zijn in 2019 aangepast op basis van werkelijke cijfers en de invloed van het abonnementstarief. Aangezien de effecten van de invoering van dit tarief nog niet volledig te bepalen zijn blijft het risico hoog met een bedrag van € 165.000.
Jeugdwet
De taken die de gemeente uitvoert in het kader van de jeugdwet zijn onderverdeeld in GGZ, J&O, PJZ, PGb, Lvb, en LTA. De diverse bekostigingssystematiek en de verschillende toegangen bemoeilijken de budget beheersing. Per 2018 is voor een deel van het jeugd werk een nieuwe vorm van bekostigen ingegaan en voor een deel niet (voor dat deel blijven problemen rondom het onderhandenwerk bestaan). Er zijn verschuifeffecten tussen beide delen ontstaan. Inzicht in en sturing op het gebruik wordt hierbij ook bemoeilijkt. De prognose over 2018 laat een toename in zorgkosten zien. Derhalve wordt het risico op hoog gezet met een bedrag van € 6.382.000.
Transformatieopbrengsten
In de Perspectiefnota 2018 - 2021 zijn opbrengsten ingeboekt op basis van verwachte ontwikkelingen in de zorgkosten-behoefte als gevolg van de transformatie projecten In het voorjaar zijn deze opnieuw doorgerekend en onderdeel geworden van het financiële perspectief. Ook deze bijgestelde raming kent onzekerheden. Het financiële effect komt tot uitdrukking in de diverse budgetten van Wmo en Jeugd.
Tiem
Het budget voor arbeidsparticipatie is overgeheveld naar Tiem. De Belastingdienst heeft nog geen duidelijkheid kunnen geven over het fiscale regime van Tiem. Het risico is hoog dat (een deel van) de btw door Tiem niet verrekenbaar is. Verder bestaat de wettelijke verplichting om voldoende werkplekken voor beschut werk nieuw te realiseren. Gelet op het aantal te realiseren plekken bestaat het risico dat het budget hiervoor ontoereikend is. Het aantal geplaatste personen op een beschutwerkplek is 11. Dit ligt ruimschoots onder de taakstelling. Dit risico is voor dit jaar dan ook slechts in geringe mate aanwezig. Dit weging van het totale risico midden met een bedrag van € 689.000.
Wsw
Gemeenten ontvangen van het Rijk een specifiek uitkering voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De toegang tot de Wsw is per 1 januari 2015 afgesloten en het rijksbudget wordt in 40 jaar afgebouwd. Uit het rijksbudget worden de salarissen van de SW-medewerkers voldaan. In 2018 was er een tekort van € 2,1miljoen op het rijksbudget. Dit is in de begroting 2018 structureel aangevuld. In de begroting 2019 is voor dit tekort € 2,5 miloen structureel opgenomen. Of dit voldoende is wordt duidelijk bij de bekendmaking van de hoogte van de specifieke uitkering Wsw in de meicirculaire 2019. Dan wordt ook bekend wat het Rijk over 2019 vergoed aan loonprijscompensatie. Verder bedragen de uitvoeringskosten 2018 voor de Wsw € 3,9 miljoen. Daar tegenover staat een bedrag aan opbrengsten uit detacheringen en productiewerk van € 3,6 miljoen. In de begroting 2019 is in de begroting van Tiem voor dit verschil een bedrag van € 0,5 miljoen opgenomen. De budget voor de sociale werkvoorziening zijn op niveau en de weging van het risico is laag.
Kwijtschelding
De risico’s zijn zeer beperkt en hebben vooral betrekking op de afvalstoffenheffing. Deze risico’s zijn afgedekt via de reserve afvalstoffenheffing. Bij OZB en rioolheffing is de kwijtschelding qua omvang bijna te verwaarlozen. Het beperkte risico is in de risicomatrix op pm gesteld.
4. Risico´s bezwaarschriften en Schadeclaims
In de vertrouwelijke risicoparagraaf wordt een overzicht gegeven van ingediende bezwaarschriften en planschadeverzoeken. Een aantal verzoeken zijn recent afgewikkeld via besluitvorming en zijn dus geen risico meer. Voor nog lopende zaken zal de onafhankelijke schadebeoordelingscommissie komen met een conceptadvies waarop beide partijen een reactie mogen geven. Na het uitbrengen van het conceptadvies door deze commissie is er meer zicht op de te verwachten uit te betalen bedragen. Deze komen als regel niet ten laste van de algemene middelen.
5. Garantstellingen, verstrekte leningen, deelnemingen
Verbonden partijen
De gemeente is 100% eigenaar van de aandelen van de NV WEZO. Per 1 januari 2019 is dit in BV Tiem over gegaan. Hierdoor staat de gemeente bij de BNG voor € 15,0 miljoen garant voor alle korte en langlopende geldleningen van de NV. Het totaal saldo aan vaste geldleningen per 31/12/2018 bedroeg € 5,37 miljoen en aan rekening courant € 3,97 miljoen; totaal € 9,34 miljoen. Er is sprake van enig risico, ingeval van de NV niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Daar staat tegenover een zekerheidstelling in de vorm van onderpand van al het onroerend goed van de NV (getaxeerde marktwaarde 2012 € 10 miljoen).
De gemeente Zwolle participeert in een aantal, overheid-geliëerde, bedrijven. In de vorm van deelname in het aandelenkapitaal geschiedt dit ultimo 2018 tot een bedrag, onze boekwaarde, van circa € 1,0 miljoen. Deze aandelen zijn niet vrij verhandelbaar. In het algemeen is de werkelijke waarde van dit aandelenkapitaal op dit moment aanzienlijk hoger. Er zijn geen redenen die doen twijfelen aan een ongestoorde voortgang van betreffende bedrijven. Derhalve is het risico op deze deelnemingen vrijwel nihil.
Verstrekte lening aan veiligheidsregio.
Ultimo 2018 was de schuldrest bijna € 4,1 miljoen. Jaarlijks vinden er aflossingen plaats. In de loop van 2022 zal het dan nog uitstaande bedrag van ruim € 3,7 miljoen worden verrekend met de terugkoop van de kazerne aan de Middelweg.
Overige verstrekte leningen
Verstrekte leningen woningcorporaties
Het betreft leningen aan woningcorporaties c.a. De schuldrest per ultimo 2018 bedraagt ruim € 13,1 miljoen. Dit bedrag wordt jaarlijks lager vanwege reguliere aflossingen. Onderhavige geldleningen vallen onder de vrijwaring door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
Eerst indien het WSW in financiële problemen geraakt, nadat ook haar garantievermogen is aangesproken, zijn de gemeenten, samen met het rijk, gehouden naar rato bij te dragen in een achtergestelde lening aan het WSW. Daarnaast heeft de nieuwe Autoriteit Woningbouwcorporaties de corporaties financieel beoordeeld. Dit leidde niet tot opmerkingen dan wel interventies bij onze corporaties.Het risico ter zake kwalificeren we als gering (als pm verwerkt)
Verstrekte leningen zorginstellingen
De door ons verstrekte twee leningen aan een zorginstelling hebben een schuldrest van bijna € 1,9 miljoen. Deze leningen zijn geborgd via het Waarborgfonds voor de Zorg. Het risico achten we laag.
Verstrekte leningen aan economische deelnemingen
Ultimo 2018 bedraagt de schuldrest circa € 3,7 miljoen van verstrekte, achtergestelde leningen, in het kader van economische deelneming aan bedrijven met een karakter van publieke taak (energie, water, afvalverwijdering). Beperkt risico op deze investeringen blijft altijd aanwezig.
Verstrekte leningen bijstand
Voor wat betreft de verstrekte leningen in het kader van de bijstand (circa € 2,6 miljoen per eind 2018) ligt het risico volledig bij het rijk.
Verstrekte leningen lokale organisaties
De overige schuldrest van ruim € 1,5 miljoen, waarvan € 0,2 miljoen uitgestelde betaling in verband met verkoop Ecodrome, hierbij is een recht van eerste hypotheek op het verkochte ten behoeve van de gemeente gevestigd. Daarnaast loopt er lening in aan Odeon, dit betreft terugbetalingsregeling over teveel ontvangen subsidie van bijna € 0,6 miljoen. Betreft verder leningen verstrekt aan enkele organisaties op het terrein van de sport en aan particulieren voor riolering en ten behoeve van zonnepanelen aan scholen. Ten aanzien van laatstgenoemde schuldrestanten ligt het risico voor het tijdig ontvangen van rente en aflossing volledig bij onze gemeente. Ons zijn op dit moment geen signalen bekend van betrokken organisaties en/of particulieren die niet aan hun verplichtingen zouden kunnen voldoen. In de matrix is een laag risico opgenomen. Tevens zijn er nog vorderingen op twee gemeenten in verband met de overname van de WEZO door ons; het risico hierop achten we nihil. Naast voorgaande leningen verstrekken we nog leningen ten behoeve van doelgroepen, die volledig worden gedekt ten laste van respectievelijke stimuleringsfondsen. Risico hierop achten we gering, derhalve pm risico opgenomen.
SVN
De leningen (restant schuldrest ultimo 2018 ruim € 1,8 miljoen) die middels het SVN (Stimuleringsfonds Volkhuisvesting Nederland) zijn verstrekt, gaan allen met NHG garantie. Mocht het onverhoopt tot een gedwongen verkoop komen, dan kan het SVN een beroep doen op die NHG. Het eigen risico hierbij is 10% voor het SVN. Zij hebben een kapitaalbuffer voor die 10%. Voor onze gemeente is het dus een latent risico.
Overig verstrekte garantieleningen
Een schuldrestant van bijna € 713 miljoen betreft de garantie van leningen aan woningcorporaties en landelijk toegelaten instellingen. Deze leningen zijn in eerste instantie gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Ten aanzien hiervan hebben deelnemende gemeenten, samen met het Rijk, een achtervangfunctie (zie boven).
Een schuldrestant van € 915 miljoen betreft garantie van hypothecaire leningen aan particulieren in het kader van woningbouw cq. woningverbetering. Het risico over deze categorie leningen is in de risicomatrix als pm-post verwerkt. Het betreft leningen die t/m 2010 via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), via de Nationale Hypotheek Garantie (NHG), aan inwoners van onze gemeente zijn verstrekt. Het Rijk en de gemeenten vervullen ook hier de achtervangfunctie; zij kunnen ieder voor 50% worden aangesproken op financiële tekorten van dit waarborgfonds, voor zover het betreft leningen die t/m 2010 onder deze garantie zijn verstrekt. Met ingang van 2011 staat het Rijk zelfstandig volledig garant voor alle vanaf dan verstrekte leningen.
Ruim € 5,0 miljoen hiervan betreft oude garanties ten behoeve van particulieren ten aanzien waarvan we het risico zeer gering achten. De stijging van de huizenprijzen in de loop der jaren moet ruim voldoende geweest zijn, bij (gedwongen) verkoop in voorkomend geval, het schuldrestant van meestal ‘slechts’ enkele tienduizenden euro’s, te dekken. Het schuldrestant van door onze gemeente gegarandeerde geldleningen verstrekt aan particulieren door het Nationaal Restauratiefonds (NRF), bedraagt € 0,5 miljoen. In totaal is sprake van 19 betrokken particulieren. Onze gemeente kan aangesproken worden voor de helft van het totale schuldrestant ofwel € 0,25 miljoen.
Het risico ten aanzien van de gemeentegarantie voor het dierenasiel, stichting Kringloop, SWZ en de stadskamer schatten we op laag in.
Een schuldrestant van circa € 2,2 miljoen aan diverse sportverenigingen. Wij beschouwen het risico met betrekking tot deze garanties als laag. Wij zullen jaarlijks de jaarrekeningen van deze verenigingen blijven beoordelen.
Het risico ten aanzien van de garantie aan PEC Zwolle blijft laag ingeschaald. De exploitatie, mede door de maatregelen uit het meerjarig Plan van Aanpak is verbeterd. De vermogenspositie van PEC is tevens verbeterd. Dit wordt ook door de KNVB bevestigd; PEC blijft in categorie 2, de status is voldoende. Per 1 juli is het garantie bedrag verlaagd met € 300.000, conform contract
6. Verzekeringsrisico's
Met name bij voorzieningen in de openbare ruimte is er sprake van een risico op financiële schade die niet door een verzekering wordt gedekt. In dit verband zijn vooral de volgende risicogebieden te noemen: onderhoud wegen, verharding, bruggen, verlichting, bebording, gladheidsbestrijding, onderhoud havens, watergangen, bermen, onderhoud bomen, speelwerktuigen, riolering, kabels en leidingen in de openbare ruimte. De gemeente is verzekerd voor die gevallen, waarin de gemeente naar derden onrechtmatig handelt, of in het geval van wegbeheer, wegmeubilair een gevaarlijke situatie laat ontstaan of heeft laten ontstaan. Voor wegbeheer, leidingbeheer geldt risico aansprakelijkheid, hetgeen betekent dat als er zich een gevaar voordoet en men hiervan schade lijdt, de gemeente in beginsel aansprakelijk is. Voor zaak- en letselschade is het eigen risicobedrag € 5.000 per gebeurtenis. Voor vermogensschade is dit € 12.500 per gebeurtenis.
Onveilige situaties kunnen bij ons onbekend zijn. Zodra wij er kennis van nemen, worden deze met voorrang opgeheven. Het relatief beperkte budget voor structureel onderhoud van onder andere elementenverhardingen zou risicoverhogend kunnen werken. In de praktijk blijkt dit echter mee te vallen. In de afgelopen jaren hebben zich geen calamiteiten voorgedaan. De gemeente is eigen risicodrager waar het gaat om technische kunstwerken (tunnels, viaducten etc.). Alle technische kunstwerken worden minimaal eens per twee jaar geïnspecteerd op de aspecten heel en veilig. De parkeerapparatuur van de gemeentelijke parkeergarages/terreinen is onder de brand- c.q. uitgebreide gevarenverzekering meegenomen. De betaalautomaten voor straatparkeren zijn niet verzekerd. In de budgetten is een post opgenomen voor kosten van vandalisme/schade.
Onderverzekering inventaris speciaal en voortgezet onderwijs.
De gemeente heeft de kosten van de eerste inrichting als verzekerde waarde inventaris verzekerd. De vraag is of dit wel voldoende is en of er geen sprake is van onderverzekering. De data inventarisatie hiertoe heeft vertraging opgelopen. Verwachting is dat dit in het derde kwartaal van 2019 geheel is afgerond. Pm-post
Onderverzekering inventaris kantoorpanden
Inventaris kantoorpanden moeten nog worden getaxeerd, inclusief de gevolgen van de aanpassing van het stadskantoor en stadhuis. De verwachting is dat dit in derde kwartaal 2019 in zijn geheel afgerond. Pm-post
7. Risico's vergunningen
In de vertrouwelijke risicoparagraaf wordt een overzicht gegeven van de risico's bij vergunningverlening.
8. Risico's grondexploitaties
In de MPV wordt een overzicht gegeven van de risico's bij de grondexploitaties.
9. Risico's kredietprojecten
In de vertrouwelijke risicoparagraaf wordt een overzicht gegeven van de risico's bij kredietprojecten.
10. Overige risico's
Ziektes en plagen groenbeheer
De afgelopen jaren worden we door de klimaatverandering steeds vaker geconfronteerd met boomziektes en stormschade. Daarnaast is er altijd sprake van een onderhoudsopgave. Het bestand van de kleine straatbomen "vergrijst". In de komende jaren wordt een deel planmatig vervangen op basis van het Meerjarenopgavenplan (MJOP).
- Iepen, kastanjebomen en risicobomen worden gecontroleerd. Vanwege kans op infectie van gezonde bomen worden zieke iepen direct verwijderd en vervangen. De schade als gevolg van de Kastanjebloedingsziekte neemt toe. Bij monumentale bomen worden maatregelen genomen om de boom waar mogelijk te sparen. Andere zieke bomen worden gekapt en vervangen.
- De potentiële risicobomen met betrekking tot veiligheid worden om de twee jaar geïnspecteerd (VTA-inspectie); de risicobomen met een hoog risicoprofiel worden elk jaar geïnspecteerd. Op basis van de inspectie wordt snoei toegepast en wordt het meerjarige vervangingsplan opgesteld.
- De kosten voor bestrijding van de eikenprocessierups blijven hoog en groeien nog. Direct optreden is noodzakelijk vanwege de gezondheidsrisico’s voor onze burgers. De verspreiding hangt sterk af van de weersomstandigheden.
- In 2017 - 2018 zijn als gevolg van de Essentakkensterfte meer dan 1.000 essen gekapt en grotendeels herplant met andere soorten. Jaarlijks worden alle essen geïnspecteerd en wordt bepaald welke zieke essen gekapt of gesnoeid moeten worden. Uit de inspectie die in de zomer van 2018 is uitgevoerd blijkt dat de ziekte doorzet maar dat het aantal te kappen bomen veel kleiner is dan in de winter van 2017 - 2018. In de afgelopen winter is duidelijk een inhaalslag gemaakt. De aanpak kan vooralsnog worden opgevangen binnen de al beschikbaar gestelde extra budgetten en de reguliere vervangingsinvesteringen BOR.
- De overlast door “lekkende bomen” blijft groot. Door warmere zomers hebben bomen meer last van luizen, die daardoor vaker hinderlijk gaan "druipen". Naast lindes geven sinds 2012 ook andere boomsoorten deze overlast. Alleen bij extreme hinder worden maatregelen genomen.
- Stormschade wordt veelal veroorzaakt door bomen, die in hun val hun omgeving beschadigen. Het blad blijft tegenwoordig langer aan de bomen, waardoor deze langere tijd gevoelig zijn voor stevige stormen (een boom zonder blad kan veel meer wind verdragen). Bovendien vinden meer stormen plaats in de periode dat de bomen nog bladdragend zijn.
Het risico op overschrijdingen op het product “ziektes en plagen” ramen wij als pm-post en maakt onderdeel uit van de algemene risicopost van € 1,5 miljoen (voor alle pm-posten)
Japanse Duizendknoop
De Japanse Duizendknoop is een invasieve exotische plant. De wortels kunnen in potentie schade toebrengen aan funderingen van gebouwen, dijken en civiele kunstwerken. De plant is moeilijk te bestrijden. In 2018 is we een inventarisatie uitgevoerd van het aantal en de omvang van de groeiplaatsen in de openbare ruimte. Er zijn daarbij circa 150 groeiplaatsen geconstateerd, los van groeiplaatsen op particulier terrein en ontwikkellocaties. In het kader van de PPN 2020-2023 wordt een afweging gemaakt over de bestrijding.
Bedrijfsvoering
Binnen het programma Bedrijfsvoering spelen zich diverse risico's af die binnen de context van het programma beheerst worden en bij optreden zoveel mogelijk financieel geabsorbeerd. Van het desbetreffend management verwachten we adequate risicobeheersingmaatregelen. De beheersing van de loonsom, in relatie tot de werklast en werkdruk is in 2016 aanzienlijk aangescherpt. Desalniettemin valt niet uit te sluiten dat er risico's optreden. Op dit brede terrein kunnen daarnaast altijd beheersmatige risico's optreden als onvolledige personeelsdossiers in geval van ontslagprocedures of controles loonbelasting, fraude, niet voldoen aan archiefwet etc. Sinds eind mei 2018 is de AVG van toepassing en geïmplementeerd binnen de gemeente. Het risico op fouten, en daarmee boetes, bestaat. De boetes kunnen erg groot zijn, en de kans erop moeilijk in te schatten.